African Adventure 7 apr - 21 apr, Zambia/ Botswana
Door: Tim Cevat
Blijf op de hoogte en volg Tim
21 April 2017 | Botswana, Maun
Na toch iets wat onrustig geslapen te hebben werd ik wakker, maar was ik toch ontzettend blij met mijn matras. Rond half zeven stond ik alweer in Dar Es Salaam en was ik hoog nodig toe aan een kop koffie. Met behulp van Google Maps ging ik vervolgens op zoek naar een zaak die open was en kwam ik uiteindelijk bij Albasha, een Libanees restaurant uit waar ik wat gedronken heb en mijzelf even een beetje heb opgefrist. Hierna ben ik doorgelopen naar het YMCA waar Sun Bo verblijft die 's middags samen met mij de trein naar Zambia neemt. Hier kwam ik Stellah tegen, die taxichauffeuse bleek te zijn en waarvan ik haar nummer al in mijn telefoon had staan, aangezien Carelynn mij haar nummer al had gegeven wat erg toevallig was. Zij moest best lang wachten op haar klanten en aangezien Sun Bo nog nergens te bekennen was heb ik lekker met haar gekeuveld. Op een gegeven moment kwam het gesprek op het geloof uit, waarna ik het al snel gehad had. Erg jammer, omdat we tot dat gespreksonderwerp erg interessante gesprekken hadden, over onder andere de ongelijkheid in de wereld en zij dacht dat ik hier in mijn eentje wel verandering in zou kunnen brengen, waar ik toch mijn twijfels bij had.
Nadat Stellah weg was heb ik eerst Sun Bo, maar eens een berichtje gestuurd, waarna hij al snel aankwam en we samen naar de Chinese wijk in dar Es Salaam zijn gegaan per bus omdat Sun Bo geld moest hebben en hij hiervoor een digitaal Chinees betaalmiddel kon ruilen tegen Chillings.
Bij de Chinese zaak hebben we Dumplings gegeten, die hemels lekker waren. Hierna zijn we snel terug naar het YMCA gegaan met de bus. Na onze spullen te hebben gepakt hebben we een Tuk Tuk geronseld om ons naar het treinstation te brengen en begon onze tijd toch behoorlijk te dringen. De Tuk Tuk leek niet vooruit te branden, maar kwam uiteindelijk toch sneller dan gedacht aan bij het treinstation.
Sun Bo wilde op het station een slaapcabine boeken maar deze bleken niet meer beschikbaar te zijn en daardoor kon hij alleen nog een stoel in de tweede klas boeken. Omdat Sun Bo toch dollars moest hebben voor zijn Visa, is hij snel naar een nabij gelegen winkelcentrum toegegaan om en kwam hij gelukkig vrij snel terug, waarna we gelijk op de trein moesten stappen. Ik bleek mijn cabine met drie Zuid- Koreanen, Dream, Alex en Dong, te delen. Eerst baalde ik hier ergens een beetje van, door hun matige Engels, maar het bleken super aardige kerels te zijn, die wel hun best deden om zich verstaanbaar te maken in het Engels.
Dat was dan wel weer balen, was ik zo trots op mezelf dat ik m'n Shillings helemaal op had gemaakt, bleek je niet met Dollars te kunnen betalen in de trein. Gelukkig was er iemand die van z'n Shillings af wilde en na met hem geld gewisseld te hebben, konden Sun Bo en ik toch avondeten en had ik zelfs nog geld over om een biertje te doen, die in vergelijking tot de prijzen van Zanzibar ook nog eens spotgoedkoop waren. Een halve liter bier kost in de trein 3000 Shilling ofwel €1.30!
Zaterdag 8 april
Eigenlijk heb ik best wel lekker geslapen, ondanks de klapperende wagons van de trein. Wel kon ik duidelijk merken dat we een stuk verder het binnenland in waren na een nacht slapen, omdat het ondertussen behoorlijk fris was geworden. Na het douchen heb ik de korte broek dan ook maar snel ingewisseld voor een lange broek en een shirt met lange mouwen.
In de haast gisteren ben ik vergeten iets van brood te kopen, maar gelukkig maakte de trein een stop en verkochten mensen allerlei etenswaren en hebben Dong, Dream, Alex en ik bananen gekocht vanuit het raam, die een welkome traktatie waren.
Sun Bo stuurde mij via FB messenger (hij zat in een van de voorste wagons van de lange trein) dat hij ondertussen twee bedden in een backpacker voor ons had geboekt in Lusaka. Toch wel fijn, omdat we hadden gezien dat heel veel dormitories in de backpackers al volgeboekt waren ondanks het laagseizoen.
Met z'n vijven hebben we allemaal gekke foto's gemaakt in onze slaapcabine wat een erg grappig resultaat had. Op een gegeven moment kwamen we aan in Mbeya, dit is de laatste stop in Tanzania voor de grens en hier maakten we een stop van een uur waardoor we mooi wat water en snacks konden kopen.
Toen de trein weer begon te rijden, hebben de drie Zuid- Koreanen eerst geluncht en vervolgens zijn Sun Bo en ik gaan lunchen. Dit zijn toch dingen waar je over na moet denken, omdat onze slaapcabine niet op slot kan en je niet terug wilt komen in je cabine en dat al je spullen weg zijn.
Op een gegeven moment bereikten we de grens van Tanzania en werd mijn paspoort van een mooie nieuwe stempel voorzien. Hier bleef de trein best lang staan en aangezien ik wel even een frisse neus wilde halen, ben ik uit de trein geklommen. Hier stonden allemaal kinderen en hier heb ik zoveel lol mee gemaakt. Met hen heb ik gekke dansje gemaakt, gekke bekken getrokken en ontelbaar veel selfie gemaakt.
Daarna ging de trein door naar de grens van Zambia en bij deze stop kwamen Joy en Susan aan van de immigratie aan boord, die ons van een visum voor Zambia voorzagen. Vriendelijke vrouwen die tegen mijn verwachting in zelfs wel in waren voor een biscuitje met chocopasta en een selfie met ons.
Bij deze grensovergang bleven we heel lang staan, omdat er een verstekeling in de trein was en twee mensen geen stempel voor het verlaten van Tanzania hadden gekregen en nu dus terug moesten naar de vorige grens. Dit gaf Sun Bo en mij mooi de tijd om avond te eten. Het eten in de trein was alleen zo goed als op, wat ik ergens wel bijzonder vind en alleen in Afrika mogelijk is. Bij terugkomst in de slaapcabine had ik eigenlijk wel zin in een drankje en liet ik nou toevallig al meer dan een week een fles rode wijn mee sjouwen. Van een lege waterfles heb ik vervolgens een geïmproviseerd wijnglas gemaakt, waarna we met z’n allen van een glaasje vruchtennat konden genieten.
's Avonds heb ik met de drie Zuid- Koreanen gechilled in de cabine en een goed gesprek gehad met Dong over onze landen en was hij meer dan nieuwsgierig over westerse relaties.
Zondag 9 april
Waar ik gister heerlijk geslapen heb, was nu het tegenovergestelde het geval. Het was vannacht veel kouder en het bed leek veel minder lekker te liggen. Het zou er mee te maken kunnen hebben dat ik de fles rode wijn gisteren van het leven beroofd heb. Samen met Sun Bo heb ik ontbeten en we moesten het ontbijt delen vanwege geld gebrek. Voor de grens kun je namelijk met Shillings en Zambiaansche Kwacha in de trein betalen, na de grens alleen met Kwacha's waar we niet zoveel van hadden. Behoorlijk balen, omdat ik dus verder ook geen eten meer had, gelukkig hadden de Noord- Koreanen biscuitjes met chocopasta en ongekookte noedels met zelf meegebrachte kruiden. Die ik thuis normaal gesproken klaar zou maken net gekookt water, maar die ongekookt net als een soort van chips smaken. Opmerkelijk was dat Sun Bo later precies hetzelfde deed, die gekke Aziaten ook.
Omdat ik nog behoorlijk wat tijd had voor we zouden arriveren. Ben ik druk bezig geweest met het uitwerken van mijn blog, omdat ik klachten krijg van het thuisfront dat het te lang geleden is, heb ik foto's verwijderd en muziek geluisterd. Ik heb deze reis een paar favoriete albums. Zo heb ik Jain en Marian Hill ontdekt en luister ik veel naar de Artic Monkeys en mag natuurlijk mijn favoriet Typhoon niet ontbreken.
Uiteindelijk kwamen we aan in Kapiri -Mphosi om 15 uur en zijn we in totaal zo'n 48 uur onderweg geweest. Daarna zijn we met een groep van 11 mensen in een mini bus gestapt die ons naar Lusaka zou brengen. Door een miscommunicatie en waarschijnlijk oververmoeidheid van sommige van ons gaf dit alleen nogal wat problemen en schaamde ik mij voor sommige van onze groep die behoorlijk onrespectvol tegen de taxichauffeur waren. Uiteindelijk waren de gemoederen gesust en konden we eindelijk onze weg vervolgen en kwamen we na een uur of vijf aan op het busstation van Lusaka. Op Sun Bo en mij na gaat iedereen morgen al door naar Lusaka, maar ik ben blij dat wij besloten hebben om twee nachten in Lusaka te blijven. Ik wil de stad graag zien en toch een beetje tijd nemen, in plaats van overal door heen te haasten. We hadden samen nog maar 60 Kwacha (€6,-) en aangezien we uitgehongerd waren hebben we eerst even wat gegeten. Echt ongelofelijk hoe goedkoop het hier is, maar uiteindelijk hadden we nog maar 33 Kwacha over. We vertelden de taxi chauffeur dat we nog maar 23 Kwacha hadden, die ons vervolgens naar het Bird Nest hostel bracht. Deze bleek alleen naar een nieuw adres verhuisd te zijn en daarom kwam de eigenaar van het Bird Nest ons in een dikke Mercedes oppikken van de oude locatie.
Aangekomen bij de hostel, bleek dit er boven verwachting goed uit te zien, de slaapzaal maar drie losse bedden te hebben en de mensen die er werken; Tembo, Mumba en Nkoli bijzonder vriendelijk en behulpzaam te zijn. Ik verbaasde mij over de kwaliteit van hun Engels en zo kwam het gesprek al snel op onderwijs. In Zambia krijgen ze op de basisschool en het middelbaar onderwijs namelijk les in het Engels zelf wanneer dit niet hun moedertaal is. Momenteel zijn ze dit wel aan het wijzigen, zodat de eerste vier jaar in de lokale taal is, waarna ze overschakelen naar Engels. Hierna hebben we het natuurlijk gehad over het Nederlandse onderwijs, waarna het gesprek zich naar politiek boog, om het vervolgens over onze culturen te hebben, wat ik erg interessant vond.
Opeens kwamen Ben, Hannah en Manon binnen stappen die in de trein in de cabine naast ons vertoefden en blijkbaar nergens anders terecht konden en zo uiteindelijk in het Birdnest terecht waren gekomen. Zij gingen al snel naar bed en zelfs Tembo en Mumba gingen na een paar biertjes al naar huis. Daarom hebben Sun Bo en ik zijn verjaardag om 12 uur 's nachts alleen gevierd en werd hij 30 jaar!
Maandag 10 april
Vanmorgen heb ik heel wijs besloten om mijn reis in te korten en terug naar Nederland te vliegen vanaf Gaborone, Botswana. Deze knoop moest ik eigenlijk al langer door hakken, maar nu had ik dan ook eindelijk echt de vlucht geboekt en kwam het einde van mijn reis opeens wel akelig dichtbij.
Na het ontbijt zijn Sun Bo en ik naar de dichtstbijzijnde shopping mall gelopen en moest Sun Bo papieren printen voor zijn visum aanvraag voor Zuid- Afrika, Namibië en Zuid- Amerika. Zo gaaf wat hij doet! Hij reist nu al een jaar en drie maanden en is nu pas op de helft van zijn wereldreis. Hij is eerst naar Noord- Korea geweest, daarna met een trein door China, naar Rusland, naar Oost- Europa, West- Europa, Turkije en daarna via Egypte naar het zuiden via verschillende landen waarna ik hem in Dar Es Salaam ontmoette. Stiekem ben ik best wel jaloers, helemaal wanneer ik besef dat hij nog meer dan een jaar te gaan heeft!
Hierna zijn we naar de ambassade van Zuid- Afrika gegaan zodat hij zijn eerste visum aan kon vragen die hij dan morgen op kan halen. Dat is dan wel weer een nadeel, aangezien hij uit China komt kan hij vrijwel nergens een Visa on arrival krijgen, zoals ik dat bijvoorbeeld wel kan. Na de visum aanvraag hebben we geluncht bij een Indisch restaurant en hierna zijn we naar het centrum van Lusaka gegaan, omdat ik daar naar het museum wilde. Eerst zijn we naar het standbeeld van de vrijheid gelopen dat in een park voor het museum staat. Hier kwam een dronkenlap boos naar mij toe, dat ik niet weer foto’s mocht maken zoals drie dagen eerder (we zijn gisteren pas aangekomen) en dacht ik even dat het op een gevecht uit zou lopen. Na hem afgebekt te hebben en dreigend op hem afgestapt te zijn, droop hij af en zijn wij snel doorgelopen naar het museum.
Het museum was voor Europese standaard niet zo bijzonder, maar ik vond het toch de moeite waard. De bovenverdieping stond in het teken van de oude Afrikaanse culturen en de migratie van Afrikanen door zuidelijk Afrika. Op de beneden verdieping hebben ze een wisselende kunsttentoonstelling en op dit moment was er een expositie van kunstwerken gemaakt door vrouwelijke Zambianen, die in het teken stonden van de vrouwen emancipatie. Het meeste werk sprak mij niet in het bijzonder aan, maar er waren een aantal juweeltjes, zoals bijvoorbeeld een schilderij van een vrouw die haar stervende zus stevig vasthield. Sun Bo was halverwege al afgehaakt, aangezien zijn Engels niet zo best is en het voor hem daarom niet zo interessant was. Buiten aangekomen zat hij dan ook al op mij te wachten en konden we onze weg vervolgen naar de markt, om daar boodschappen in te slaan voor het avondeten. Sun Bo wilde ter ere van zijn verjaardag namelijk zelfs noedels maken en bij terugkomst bij onze backpacker ben ik eerst doorgelopen naar de supermarkt om een taart voor hem te kopen.
In de Birdnest was een nieuwe dame aangekomen, Kareshma, die wel is waar al gegeten had, maar best nog even aan wilde schuiven voor de vers gemaakte noedels van Sun Bo. We hebben gezellig met z’n drieën gegeten, om aan het einde van de avond de taart te veroberen. Hierna kregen we nog dansles van Kareshma en hebben we al dansend onze avond afgesloten.
Dinsdag 11 april
Ben, Hannah en Manon hebben ons gisteren een lift aangeboden naar Livingstone. Hierdoor kunnen we in hun grote 4x4 auto meerijden in plaats da we met de langzame bus die kant op moeten. Ik heb ’s morgens eindelijk de knoop doorgehakt en besloten om vanaf Gaborone terug te vliegen volgende week omdat mijn geld toch wel behoorlijk hard op begint te raken. Dit was een moeilijk besluit, aangezien ik eigenlijk mijn reis in Zuid- Afrika wilde eindigen en ik hier nog vrienden zou ontmoeten. Ik heb nu dus nog een dikke week over voor Zambia en Botswana en daar mag ik niet teveel geld meer uitgeven.
Sun Bo is eerst naar de Ambassade van Namibië gegaan en bij zijn terugkomst konden we gelijk in de auto stappen voor onze trip naar Livingstone. Voordat we Lusaka daadwerkelijk konden verlaten, moesten we in Lusaka nog naar de Toyota dealer, omdat Ben zijn auto mankementen heeft en hij in Livingstone geen onderdelen kan krijgen. N de onderdelen opgehaald te hebben zijn we aan de trip naar Livingstone begonnen en kwamen we onderweg meer te weten over het werken dat Hannah, Manon en Ben nabij Livingstone verrichtten. Zij doen op permanente basis Missionairy werk vanuit een christelijke geloofsovertuiging en proberen hiermee bestaande christenen in Zambia te begeleiden bij de uitvoering van het geloof en niet gelovigen te overtuigen van hen overtuiging. Dit is iets wat mij persoonlijk helemaal niet aanspreekt, omdat ik een Atheist ben, maar waarvan ik wel begrijp dat zij hier in Afrika goed werk mee kunnen verrichten.
Onderweg kwamen we door de sweetest town van Zambia, Mazabuka, deze plaats wordt zo genoemd, omdat zij hier op grote schaal suikerriet verbouwen en dit hun grootste export product is.
Na zo’n zeven uur rijden en een lunch later, kwamen we aan in Livingstone en waren ze zo vriendelijk om Sun Bo en mij af te zetten bij Jollyboy backpackers. Dit is een van de mooiste backpackers waar ik tot dusver geweest ben en heeft onder andere een eigen zwembad. Al vrij snel zag ik James zitten die ik eerder in Nkhata Bay, Malawi ontmoet heb. Na even met hem bijgekletst te hebben werd het tijd om in te checken en wat was ik blij dat ik als cadeau van Shaun en Claire de eerste nacht gekregen had. De backpacker bleek namelijk volledig volgeboekt te zijn in verband met Pasen en ik kon zelfs geen tweede nacht blijven. Dit was wel erg jammer voor Sun Bo, die hierdoor naar een andere backpacker op zoek moest, omdat hij niet gereserveerd had. Ik baalde ontzettend dat ik de tweede nacht niet kon blijven, maar al snel kwam ik Stephan tegen, een Nederlandse jongen die ik op de trein al gesproken had en hij vertelde dat hij een tweepersoonskamer had voor hem zelf en dat ik gerust de tweede nacht bij hem op de kamer kon doorbrengen, wat ontzettend gaaf van hem was.
Al snel kwamen Claire en Shaun ook opdagen en hebben we eerst verhalen uitgewisseld over hoe we onze tijd door waren gekomen vanaf het laatste moment dat we elkaar in Malawi gezien hadden. Zij hadden mij een nacht cadeau gegeven ik had voor hen een flesje gin en een flesje whiskey, omdat ik weet dat ze hier dol op zijn.
Met James heb ik vervolgens het plan opgezet om samen per motor Botswana in te gaan en bij een olifanten waterpunt en op een zoutvlakte te gaan overnachten in zijn tent. Dit is ongeveer de route die ik al wilde gaan doen, om in de richting van Gaborone, de hoofdstad, te gaan en dit was een mooie oplossing. Enige nadeel is dat James geen tweede helm heeft en we samen op zijn kleine motor moeten. Ik zal hierdoor op zoeken moeten naar een helm en behoorlijk wat spullen moeten achterlaten zodat het op de motor gaat passen. Dit is gelukkig niet zo’n probleem, omdat mijn reis er bijna opzit en ik heel veel spullen, met name kleding, toch niet mee terug neem naar Nederland omdat het echt af is, na drie maanden intensief gebruik.
Woensdag 12 april
Aangezien ik geen tweede nacht 'officieel' in Jollyboys kan verblijven en je dan voor 10 uur moet uitchecken, heb ik mijn spullen naar Shaun en Claire hun kamer gebracht zodat ik deze later stiekem kan verplaatsen naar Stephan zijn kamer.
Vervolgens kwam Sun Bo vanaf zijn hostel aan en zijn we met de gratis shuttle bus van Jollyboys naar Victoria falls gebracht. James reed met zijn motor achter ons aan, omdat we afgesproken hadden om James eerst samen te ontbijten bij een fancy hotel vlakbij de falls, om vervolgens naar the Victoria waterfalls te gaan. Sun Bo had dit alleen niet begrepen en had dan ook al ontbeten voordat hij op de bus stapte.
Daarom zijn we opgesplitst en is Sun Bo alleen het park ingegaan en ben ik na voor een prikkie een koperen armband te hebben gekocht, bij James achterop de motor gesprongen om naar het Avani Victoria falls resort te gaan. Dit is een super de luxe resort, waar je als buitenstaander onder andere deel kunt nemen aan een onbeperkt ontbijt. Dit kost normaal gesproken $22,- per persoon, maar als je het warme gedeelte zoals eieren en bacon laat staan, betaal je $11,-, wat ik voor een keer wel vond kunnen.
Het begint behoorlijk normaal te worden dat ik best veel geluk heb tijdens deze trip en aangezien we laat waren en er niet zo veel van het ontbijt over was, mochten we voor de helft van de prijs toch van het warme gedeelte van het buffet eten. Wel moesten we borden vol laden, omdat ze al begonnen met opruimen, waardoor ik me net een Rus voelde, met de vier borden vol met eten voor m'n neus.
Natuurlijk was dit veel te veel, maar een doggy bag was geen enkel probleem, waardoor we ook gelijk van lunch voorzien waren.
Hierna zijn we terug gereden naar de Victoria falls en wist James een manier om goedkoper het park in te komen. Op de parkeerplaats lopen namelijk bewakers rond en wanneer je die aanspreekt en zegt dat je graag goedkoper het park in wil, bieden ze de park entree aan voor de helft van het geld. Ik zou mijzelf niet zijn als ik daar niet over zou onderhandelen, waardoor ik uiteindelijk het park in kon via een kleine deur in het hek voor de schappelijke prijs van 65 Kwacha in plaats van de normale entree van 200 Kwacha en de door de beveiliger gevraagde 100 Kwacha.
Ik ben vervolgens alleen het park ingelopen, omdat James de vorige dag al geweest was en bij het betreden hoorde je meteen het bulderende geraas van de watervallen. Op aanraden van James droeg ik alleen een zwembroek en had ik mijn tas in een plastic tas. Dit was maar goed ook, toen ik de watervallen namelijk zag, was ik ook binnen twee seconden helemaal doorweekt. Het water raast zo hard naar beneden en stijgt zo hard weer op dat het lijkt alsof je in een warme hoosbui terecht bent gekomen met nauwelijks zicht op de daadwerkelijke watervallen. Ik heb mij laten vertellen dat wanneer je een paar maanden later komt en het regenseizoen voorbij is, je rond kunt lopen, zonder zeiknat te worden.
Eerst heb ik de wandelroute langs de falls genomen, waarbij ik eerst optrok met twee Denen en gelukkig is mijn telefoon waterproof waardoor ik wel in staat was om foto's te maken van dit onvoorstelbare, indrukwekkend fenomeen. De falls zijn voor mij het meest indrukwekkende dat ik tot dusver in mijn leven gezien heb. Onderweg zag ik verscheidene regenbogen die heel intens van kleur zijn. Verderop nam ik afscheid van de Denen en kwam ik Lily uit Hongarije (woonachtig in Londen) tegen en heb ik met haar de rest van de wandeling gedaan. Zij verblijft ook in Jollyboys, maar ik had haar nog niet eerder gezien. Aan het einde van de wandelroute hebben we afscheid genomen. Ik wilde namelijk naar the Boiling pot, die zich beneden aan het wateroppervlak bevindt en daar was zij al geweest. Aan het begin van deze wandelroute liep er een lokale man met mij mee en aangezien ik er ondertussen aan gewend ben, dat ze dit niet zomaar doen, vroeg ik hem al snel waarom hij met mij mee liep. Dit was volgens hem om mij te beschermen tegen de bavianen die je lastig zouden kunnen vallen. Ik gaf aan dat ik dit niet nodig vond en omdat hij maar mee bleef lopen, heb ik hem verteld dat hij weg moest gaan en dat ik hem toch geen geld zou geven en dat ik zelf wel een steen naar een baviaan kon gooien. Hierop droop hij af en kon ik de prachtige wandelroute alleen vervolgen, waarbij het lijkt of je door een tropisch regenwoud heen loopt. Hij had wel gelijk dat de bavianen soms wel akelig dichtbij kwamen, maar na een paar stenen, waren ze zo gevlogen.
Aan het einde aangekomen kom je terecht bij een punt waar al het water tegen een rotswand aanstoot, een draaikolk creëert om vervolgens als een rivier verder te stromen. Ook heb je een goed zicht op de brug die Zambia en Zimbabwe met elkaar verbindt en waar je een bungee jump vanaf kunt doen. Later hoorde ik dat Sun Bo een van z'n slipper was verloren, aangezien het water telkens een halve meter omhoog komt om vervolgens weer te dalen en zijn slipper aan de oever had staan. Hij wilde hier blijkbaar achteraan springen, waarop iedereen riep dat hij moest stoppen. Ik denk niet dat hij er ooit weer uit had weten te komen, omdat het water zo ontzettend veel kracht heeft. Uiteindelijk heeft hij de flipper wel weer weten te bemachtigen.
Met een gedeelde taxi ben ik uiteindelijk teruggegaan naar Jollyboys en heb ik samen met Stefanie, een Peace Corps volunteer uit Amerika en met Lily, van de falls een drankje gedaan en gekletst over series, films, verschil mannen en vrouwen en meditatie.
Op een gegeven moment kwamen ook Shaun, Claire, James, Ana en Joseph terug in Jollyboys met een heleboel boodschappen en werd ik uitgenodigd voor een barbecue. Toen ik vroeg wat het zou kosten of dat ik kon helpen met de voorbereidingen wilde ze dit niet hebben. Op de barbecue hadden we steaks, kip en Boerewors en hebben we heerlijk met z'n zessen getafeld. Omdat ik toch vond dat ik iets moest doen, heb ik na de barbecue alles afgewassen. Shaun en Claire hadden Ana en Joseph eerder ontmoet en aangezien zij ook per motor reizen, reizen ze nu met z’n vieren.
Na de barbecue was Stephan ook terug en kon ik mijn spullen naar zijn kamer brengen. Super tof dat hij dit aangeboden heeft!
Hierna gingen de anderen al vrij snel naar bed en kwam Kareshma, die ik eerder in Lusaka ontmoet heb, langs vanaf de Lodge waar zij verbleef en hebben we nog een paar drankjes gedaan. Aan het einde van de avond wilde zij alleen teruglopen naar haar Lodge, maar ben ik met haar meegelopen, omdat dat voor een vrouw alleen toch niet heel handig is. Bij het teruglopen besefte ik dat ik mijn tas vergeten was, met daarin onder andere mijn portemonnee en mijn paspoort. Teruggekomen in Jollyboys was mijn tas weg en sloeg de paniek mij om het hart. Gelukkig bleek een van de medewerkers de slot achter slot en grendel te hebben geplaatst en zat alles nog in mijn tas.
Donderdag 13 april
Ik werd al vroeg wakker, omdat Stephan vroeg vertrok voor een dagtrip. Hij wilde niks hebben voor mijn overnachting, maar ik heb hem toch 40 Kwacha gegeven als dank. Hierna heb ik met Stephanie en Lilly ontbeten en ben ik daarna samen met James een helm gaan zoeken voor onze trip en hebben we geluncht bij Food palace op aanraden van Stephanie. We konden alleen niet slagen qua helm en daarom heb ik besloten alleen verder te reizen naar Botswana, om James daar later te ontmoeten.
Ik ben vervolgens in de richting gelopen waar een gedeelde taxi zou moeten komen, die mij in de richting van de veerboot van Zambia, naar Botswana zou brengen. Stiekem vind ik het best wel weer lekker om alleen verder te reizen en na plaatsgenomen te hebben in de taxi leerde ik al snel Ruth en dochter Kelly kennen. Zij waren onderweg naar huis, nadat Ruth haar dochter had opgehaald van het instituut waar zij studeert.
Aangekomen bij de veerboot, moest er eerst een stempel gehaald worden voor het paspoort en konden we verder lopen naar de veerboot. Voor Botswana hoef je als Nederlander geen geld te betalen voor een visum om het land in te komen wat enorm scheelt. De krakkemikkige veerboot kwam aanlopen en hier moesten auto’s oprijden door het water. Wij moesten via de zijkant door over allemaal materialen heen te klimmen op de veerboot springen, wat je volgens mij alleen in Afrika kunt bedenken. Omdat Kelly een grote hutkoffer bij zich had en zelfs ik die niet mee kon nemen tijdens mijn sprong op de veerboot, heb ik twee mannen in een pick- up aangesproken of we onze spullen niet achterin konden gooien voordat ze de boot opreden. Zij moesten al rijden waardoor ik in allerijl snel alle spullen achterin moest gooien, om vervolgens op de veerboot te springen, waarbij niemand hielp en ik iedereen maar een hand heb gegeven om er op te komen.
Aan de overkant aangekomen, vertelde Ruth dat zij opgehaald zou worden door haar man en dat zij mij met alle liefde een lift wilden geven. Dit klonk mij natuurlijk als muziek in de oren en na de binnenkomst stempel voor Botswana gekregen te hebben, ontmoete ik haar man Vincent en konden we na onze schoenen in een badje gestempeld te hebben tegen de verspreiding van mond- en
Na nog geen 500 meter het land in te zijn gereden stond er gewoon al een olifant op de weg. Dit had ik totaal niet aan zien komen en Vincent maakte een stop zodat ik wat uitgebreider kon kijken. Toen we onze weg vervolgde stond er nog een groep olifanten naast de weg, een prachtige binnenkomst in dit mooie land! Vincent en Ruth wilde graag dat ik hun guesthouse zou bekijken, waarna ze mij naar mijn geboekte backpacker, Bananyana zouden brengen. Ik was zeer onder de indruk van hun guesthouse, alle kamers waren super netjes en voorzien van koelkast en airco. Iets wat ik totaal niet verwacht had. Voordat ze mij weg brachten naar mijn backpacker namen ze zelfs nog de moeite om mij naar een wisselkantoor en een telefoonzaak te brengen, zodat ik geld kon wisselen en een simkaart kon kopen. Dit laatste had ik beter kunnen laten, data is onbetaalbaar in Botswana en ik had ook gelijk spijt dat ik hiervoor gekozen had. Bij aankomst bij Bananyana was ik eerlijk gezegd een beetje teleurgesteld. Ik snapte opeens waarom het zo goedkoop en nog beschikbaar was. Het was een grote bouwplaats en er was niks beschikbaar. Na afscheid te hebben genomen van de familie en ze alle drie een armbandje te hebben gegeven werd het tijd om uit te pakken en te verkennen.
Al snel kwam ik aan de praat met de eigenaar en na onderhandeld te hebben over de prijs van twee excursies en deze geboekt te hebben, bleek hij heel schappelijk te zijn en voor veel open te staan. Zo gaf hij aan dat als ik iets nodig had, ik zo mee kon rijden naar bijvoorbeeld de stad. Zo kon ik daarna gelijk meerijden om wat spullen in te slaan, omdat ik helemaal niks meer had en er niks verkrijgbaar was bij de backpacker. We hebben toen een koppel uit de UK, Max en Stephanie, opgepikt die een excursie gedaan hadden en zijn vervolgens teruggegaan naar Bananyana.
Bij terugkomst had ik behoorlijk trek en heb ik eerst mijn doggy bag gegeten om vervolgens aan te mogen schuiven bij de pasta maaltijd die Max en Stef klaargemaakt hadden. Samen met hen heb ik de hele avond gekletst over reiservaringen en over de vreemde ervaring van de backpackers waar we momenteel verbleven. Zij bleken namelijk al twee avonden te koken en sommige mensen van het personeel gingen er klakkeloos vanuit dat ze aan konden schuiven zonder enige bijdrage.
Vrijdag 14 april
Vanmorgen stond de Jeep safari op het programma die ik gisteren geboekt had en Max en Stef toevallig ook geboekt hadden. Met z’n drieën werden we opgepikt waarna we in het pikkedonker naar de andere overnachtingsplekken reden om daar nog meer mensen op te pikken. Op een gegeven moment zat de jeep vol en konden we doorrijden naar Chobe National park.
Al snel zagen we in de rivier nijlpaarden en hier was ook een jonkie bij wat toch erg bijzonder blijft om te zien. De gids vertelde dat het jonkie een vrouwtje moet zijn, omdat het dominante mannetje in de groep het jonkie anders op zou eten, vanwege eventuele competitie.
Naast de nijlpaarden hebben we twee slangen gezien en spotte de gids twee uilen in een boom. Ook hebben we buffels gezien en zagen we in de verte leeuwen lopen. Hier zijn we naar toe gereden en dit was erg indrukwekkend, omdat de leeuwen op een paar meter van de open jeep liepen en we niet abrupt mochten bewegen, omdat de leeuwen je dan als individueel zien, in plaats van een groot wezen (de jeep).
Na de Safari hebben we boodschappen gedaan voor de barbecue die we vanavond gaan doen en hierna heb ik al mijn was gedaan wat behoorlijk nodig was, omdat ik helemaal geen schone kleren meer had. Na me suf gewassen te hebben was het daarna al snel tijd voor mijn tweede Safari voor die dag, namelijk een bootsafari. De lucht werd alleen wel erg onheilspellend, waarop ik mij afvroeg of ik er verstandig aan deed om deze Safari te gaan doen. Andere mensen hadden dit waarschijnlijk beter ingeschat en zo zaten we maar met een man of acht op de boot. De kapitein zei nog heel stoer, dat die anderen die hadden afgehaakt niet avontuurlijk waren, maar na een half uur varen besloot hij in overleg met ons om toch terug te keren, omdat het weer wel erg slecht werd met heftige slagregen en ontzettend veel bliksemschichten. Wat niet heel plezierig is wanneer je je bedenkt dat je op een open boot zit, met alleen een plastic afdak dat ook nog eens ontzettend lekte.
Terug gekomen bij Banayana, klaarde het gelukkig een stuk op en werd het droog waardoor we alsnog tegen onze verwachting in konden barbecueën. Niemand van de backpacker had de moeite genomen om de was binnen te halen toen het begon te regenen, waardoor mijn was nog natter was, dan toen ik het had opgehangen. Behoorlijk balen, want ik krijg het nu nooit meer droog voordat ik morgen vertrek naar Elephant Sands, noordelijk van Kasane waar ik James weer ga zie en hij hopelijk een helm op de kop heeft weten te tikken.
Er was ondertussen een grote groep mensen aangekomen afkomstig uit de hoofdstad die voor een familietrip in Kasane waren. Hierdoor moest ik mijn kamer met iemand delen en maakten de vrouwen nog net geen ruzie wie er bij mij op de kamer mocht. Uiteindelijk had een van de mannen van die groep besloten dat het verstandiger zou zijn wanneer hij de kamer met mij zou delen.
Zaterdag 15 april
Rond een uur of vier werd ik wakker van mensen die in de slaapruimte luid aan het praten waren en of weggingen of gefeest hadden tot in de vroege uurtjes. Na twee keer heel hard geschreeuwd te hebben dat ik probeerde te slapen, was de boodschap eindelijk duidelijk en kon ik mij gelukkig nog een keer omdraaien. Rond half zeven ben ik vervolgens uit bed gegaan en heb ik ontbeten samen met Max en Stephanie. Hierna werden we door Simo de eigenaar van de in aanbouw zijnde backpacker naar het busstation gebracht en konden we na een dik half uur een bus pakken in de richting van Francistown. Max en Stephanie wilde proberen om vandaag in één keer naar Maun te gaan, waarvan ik dacht dat dat onmogelijk zou zijn. Ik had besloten om een tussenstop in Elephant Sands te maken en hierna mijn weg te vervolgen samen met James die later die dag per motor zou arriveren en we samen zouden kamperen in zijn tent.
Bij de plek waar de bus mij afzette bij de weg naar Elephant Sands waar ik de komende twee nachten zal verblijven. Wilde ik in eerste instantie lopen totdat dit mij ten zeerste afgeraden werd vanwege de wilde olifanten en leeuwen die daar rond lopen. Hierop kon iemand in de bus gelukkig een signaal ontvangen en Elephant Sands bellen waarop ik opgehaald werd bij het busstation.
Bij aankomst heb ik ingecheckt en heb ik vervolgens een drankje gedaan in de bar, waar ik Dana ontmoette, een Canadese dame die alleen door zuidelijk Afrika reist. Ik ging vervolgens even mijn kleding te drogen hangen op een boomstam op de camping, waar ik Peter en Arie tegenkwam, die samen met mij de twee Safari’s gedaan hadden. Zij gingen ’s avonds barbecueën waarvoor ik uitgenodigd werd en wat ontzettend goed uitkwam, omdat ik bijna geen eten had en het onbetaalbaar was in de accommodatie. Ook Dana mocht aanschuiven en zo hebben we uiteindelijk een heerlijke maaltijd genuttigd en zelfs runderhart geproefd, wat niet zo snel mijn favoriete gerecht zal worden. Omdat Elephant Sands in de middle of nowhere is kon ik geen contact krijgen met James, die maar niet kwam opdagen en begon ik mij toch een beetje zorgen te maken over mijn overnachtingsplek, omdat ik zelf geen tent heb. Gelukkig bood Dana aan dat ik bij haar in de tent mocht overnachten, wat erg gastvrij van haar was, als je nagaat dat zij reist met een kindertent waar ik niet eens gestrekt in kan liggen.
Tijdens het barbecueën kwamen Max en Stephanie opeens de camping oplopen. Het was hen niet gelukt om naar Maun te komen, omdat de weg overstroomt was en er geen openbaar vervoer reed, waarop ze besloten hadden om rechtsomkeer te maken. Met z’n zessen hebben we vervolgens drankjes genuttigd die ik dan nog wel met me mee had. Blijkt maar weer waar mijn prioriteiten liggen.
Zondag 16 april
Ik heb besloten mijn plannen rigoureus om te gooien, omdat James niet op was komen dagen. Heel impulsief heb ik besloten om vandaag samen met Dana te vertrekken in plaats van nog een nacht hier te blijven, mede omdat ik zelf geen tent heb en ik niet zeker weet of James vandaag wel komt. Rond 7 uur vertrokken Dana en ik vanaf Elephant Sands en werden we door de manager naar het dichtstbijzijnde veilige busstation gebracht. (Bij de dichtstbijzijnde zijn vaak leeuwen)
Hier konden we na niet al te lang wachten al een bus naar Nata te pakken krijgen om vanuit hier naar de weg te lopen die ons westelijke naar Maun zou brengen. Ons was verteld dat de weg gesloten was, omdat de weg overstroomt was en er geen openbaar vervoer reed. Wel zou het misschien mogelijk zijn om met iemand mee te liften die het wel aandurfde om de weg te trotseren.
Wel had ik mij voorgenomen om niet te lang te wachten voor een rit naar Maun, omdat dit eigenlijk helemaal niet op mijn planning stond en het eigenlijk totaal uit de richting ligt aangezien ik over vier dagen in Gaborone moet zijn voor mijn vlucht naar huis. Dana heeft mij weten te overtuigen om met haar mee te gaan, omdat de Delta bij Maun één van de mooiste gebieden van Botswana moet zijn. Ik had mij voorgenomen om maximaal 1,5 uur te wachten op een lift en toen ik eigenlijk niet meer verwachtte dat er nog iets zou komen stopte er een kleine auto, met twee mannen, die aangaven dat zij twee dagen eerder via dezelfde weg waren gekomen toen de overstroming heftiger was en we voor een leuke prijs mee konden rijden.
Al snel kwamen we aan bij een onbegaanbaar stuk en hier stonden takelauto’s klaar waar we vervolgens met de auto op moesten rijden en in bleven zitten, waarna de takelauto ons zo’n twee kilometer over het overstroomde gebied verplaatste. Hierna konden we onze weg vervolgen en werden we uiteindelijk afgezet bij het prachtige The Old Bridge backpackers.
Hier hebben we gelijk de mini tent van Dana opgezet, omdat er dreigende luchten aankwamen.
Vervolgens zijn we naar de bar van de backpacker gegaan, die goed vol zat vanwege het paasweekend en kwamen we al vrij snel aan de praat met twee Canadezen. Na het eerste biertje, wilde ik nog een tweede biertje halen waarop ik erachter kwam dat mijn portemonnee weg was. Na tien minuten gestresst en lichtelijk in paniek gezocht te hebben, (en dan met name naar de man die naast mij aan de bar had gezeten bij de bestelling van mijn eerste biertje, die plots verdwenen was) gaf ik de moed op, waarop vervolgens een vrouw aan kwam lopen met mijn portemonnee. Eerst dacht ik dat zij hem had zien liggen en in bewaring had gehad, maar al snel wist zij mij te vertellen dat zij de portemonnee in een hoek van het terras had gevonden. Na openen bleek al het geld dan ook verdwenen te zijn, maar was ik meer dan opgelucht dat al mijn pasjes nog aanwezig waren. Dit was wel zuur, aangezien ik net geld had opgenomen voor het laatste deel van mijn reis.
Vervolgens heeft de leiding van Old Bridge contact gezocht met de politie en kon ik mijn verklaring afgeven. Jammer genoeg kon ik niet gelijk een kopie krijgen van mijn verklaring en vertelde de politieagent mij dat ik dit later in Gaborone zou kunnen regelen.
Hierna hebben Dana en ik de pret niet laten drukken en hebben we de draad snel opgepakt om avondeten te bereiden en een tweedaagse boottocht te boeken voor de volgende dag.
Maandag 17 april
Omdat ik nogal sloom ben 's morgens volgens Dana, had zij de wekker extra vroeg gezet, omdat we gisteren een tweedaagse Mokoro Wa Le Gong tour geboekt hebben. Dit is een bootje uitgehold uit hout waarop iemand de boot voor uitdrukt met een houten paal.
Bij de receptie aangekomen, kwam de manager naar ons toe met de boodschap dat we lekker moesten gaan genieten en niks hoefden te betalen. Dit had als reden dat mijn portemonnee gisteren gestolen was en ze dit nog nooit eerder hadden meegemaakt. Echt bijzonder vriendelijk van hem en dat bespaart ons ieder zo´n €100,-. Ook kwam hij erachter dat we op de grond sliepen in de tent waarop hij de mensen op de boot de opdracht gaf om twee matrassen voor ons mee te nemen.
Al snel zaten we op een plat speedbootje samen met drie anderen. Twee Braziliaanse meiden en Andy, een Amerikaan. Met een bloedgang voer de boot in zo'n drie kwartier naar de kleine haven waar de Mokoro bootjes klaar lagen voor vertrek.
Na alle spullen op het bootje te hebben gestapeld en kennis te hebben gemaakt met onze palers, Titu en Terrence, zijn we naar het eiland gepeddeld dwars door het riet. Op de meeste plekken is het water maar zo'n halve meter diep en omdat je op het waterniveau zit, zie je dan ook bijna alleen het riet wat zich op de meeste lekker tot je middel/ schouder hoogte bevindt wanneer je in de boot zou gaan staan. De tocht naar het eiland was meer dan prachtig en bijna sprookjesachtig door de vele waterlelies en riet wat voor de boot weg leek te buigen.
Aangekomen op het eiland hebben we eerst onze tent opgezet en een vuur gemaakt, hierna was het tijd voor een siësta, omdat Titu en Terrence natuurlijk uitgeput waren van het voortduwen van de boot met de paal. We kwamen met de mannen aan de praat en die gaven aan dat het mogelijk was om bier te halen, maar dat een van hen dan wel weer helemaal terug zou moeten gaan. Dit vonden zij geen probleem, als wij dan tenminste ook wat voor hen mee zouden nemen. Titu en Dana zijn vervolgens samen terug gegaan naar het dorp.
Andy en ik hebben veel gekletst en dan met name over onze reiservaringen, daarna hebben we zelf geprobeerd een van de bootjes vooruit te krijgen met de paal, wat toch behoorlijk lastig b leek te wezen en hebben we daarom maar gezwommen. Ik vond het best gek dat we überhaupt mochten zwemmen, omdat er in dit gebied veel nijlpaarden zitten en je deze niet tegen wil komen. De gids vertelde dat ze op dit plekje nog nooit een nijlpaard hadden gezien. (dit gaf mij een kleine flashback naar de krokodil in Monkeybay, Malawi)
Bij terugkomst van Dana en Titu na zo’n anderhalf uur, hadden ze meer dan genoeg koude biertjes mee en na er een paar van het leven beroofd te hebben zouden we vertrekken voor de avondwandeling over het eiland. Een van de gidsen spotte echter olifanten die door het water aan het waden waren en na mijn vraag of het mogelijk was om in plaats van de wandeling met de boot naar de olifanten aan te gaan, zaten we binnen de kortste keren in de boot.
Eerst was dit niet heel bijzonder, omdat je zittend in de boot alleen tegen het riet aankijkt, tot dat mijn gids vaart minderde en zei dat ik kon gaan staan en de olifanten zich op een meter of dertig van ons bevonden. In totaal waren er zeven volwassen olifanten en drie kalfjes wat het meest bijzondere is wat ik ooit in mijn leven gezien heb. Samen met mijn gids hebben we de olifanten op gepaste afstand gevolgd tot zij een eiland opliepen en zich daar te goed deden aan de bomen en struiken tot ze uiteindelijk uit het zicht verdwenen. Dat maakte het tijd om terug te gaan naar het kamp, terwijl de zon onderging en de spinnenwebben in het riet prachtige cirkels maakten om de zon.
Bij terugkomst in het kamp hebben we nog heerlijk rond het kampvuur gezeten en was het een verademing om de tent in te kruipen en op een matras te liggen in plaats van op de grond zoals de afgelopen twee nachten.
Dinsdag 18 april
Vanmorgen maakten de gidsen, Titu en Terrence, ons vroeg wakker voor een wandeling. We waren er op zich best snel uit maar hadden alle drie nogal moeite om snel klaar te zijn waardoor we zo'n dik uur later pas vertrokken per boot en naar een ander eiland geduwd werden.
Hier een wandeling gemaakt en er bleek weinig bijzonders te zien te zijn op een paar vogels na. Toen ik de moed eigenlijk had opgegeven en we bijna aan de terugweg zouden beginnen, zagen we een groep zebra’s met wildebeesten. Nooit geweten dat die samen optrekken en we zijn dichterbij gelopen tot een van de mannetjes wildebeesten begon te grommen om ons op afstand te houden.
Daarna zijn we aan de terugtocht begonnen waar we een hele groep zebra’s tegen kwamen om vervolgens weer in de boot te stappen.
Bij terugkomst in het kamp hebben we eerst nog even gezwommen en daarna lunch gemaakt. Hierna alles ingepakt, nog een keer gezwommen om daarna terug te gaan naar de plek vanwaar we per speedboot weer terug gingen naar de Old Bridge.
In The Old Bridge hebben we onze spullen uitgezocht, omdat we voor de trip naar het eiland maar één backpack hadden meegenomen en gedoucht. Hierna hebben we de tijd gedood met een potje poule tot we opgepikt werden door de taxichauffeur die ons op de heenweg van Nata naar Maun een rit had aangeboden. Hij had onze bustickets al gekocht en zo kwamen we al snel aan bij de nachtbus naar Gaborone waarna we zo in konden stappen. Dit was een luxe bus, maar de zitplaatsen waren niet op mijn lengte berekend en omdat ik in het midden zat kon ik geen kant op en heb ik niet tot nauwelijks geslapen.
Woensdag 19 april
Rond een uur of half 6 kwamen Dana en ik aan op het busstation in Gaborone. Omdat het zo vroeg was konden we in de bus wachten tot een uur of zeven en net nadat we onze tassen vanuit de bagageruimte op een zitplaats in de bus hadden geplaatst, kreeg Dana een telefoontje van haar vriend Cal dat hij op het station was om haar op te pikken. Na uit de bus te zijn geklauterd, ontmoette ik Cal en hij wilde mij wel afzetten bij een backpacker bij hem in de buurt. Na even gesproken te hebben, nodigde hij mij uit om net als Dana bij zijn ouders te overnachten, wat ontzettend gastvrij van hem was. Onderweg naar zijn huis zijn we gestopt op een heuvel in Gaborone, van waar je een prachtig uitzicht had op de stad terwijl de zon net opkwam wat een prachtig gezicht was.
Cal woont al jaren in Gaborone en zijn ouders bezitten hier een prachtig huis. Toen we aankwamen ontmoette we zijn ouders en even later zijn beste kameraad Willie. Na koffie en een heerlijk ontbijt, zijn we de stad ingegaan en hebben we veel van de stad gezien en wisten Cal en Willie met name alle lokale drankwinkels te vinden, waardoor we constant voorzien waren van koud bier.
Op een gegeven moment zijn we naar de Gaborone dam gereden vanwaar je een mooi uitzicht had op het water. Hierna zijn we doorgereden naar het natuurreservaat wat zich praktisch naast Cals zijn huis bevindt. Hier hebben we verschillende dieren gezien, maar was ik het meest onder de indruk van de cheeta’s en hyena’s. Tijdens de zonsondergang zagen we een giraffe en ben ik uit de auto gestapt en naar de giraffe toegelopen wat een ongelofelijke ervaring was. Zo intens en mooi om je zo dicht bij zo'n imposant wild dier te bevinden. Mijn blote voeten waren hier alleen niet op ingesteld en dat moest ik ontgelden met een heleboel stekels (cactusachtige) die de gehele onderzijde van mijn voeten bedekte waardoor lopen al teveel was en ik diepe krassen over mijn voeten en enkels had.
Teruggekomen bij Cals huis hebben we gebarbecued met z'n zessen wat super gezellig was en hierna ben ik op tijd op bed gegaan, omdat ik afgelopen nacht maar een paar uur slaap heb gepakt in de bus en ik morgen alweer terug vlieg naar huis.
Donderdag 20 april
Vanmorgen hebben we eerst een bakkie gedaan en hebben we muziek uitgewisseld. De mannen hebben tijdens hun reizen behoorlijk wat muziek verzameld en zo heb ik weer zo'n 400 goede travel songs. Dat is een van de unieke dingen van reizen, dat je zoveel nieuwe muziek leert kennen.
Hierna hebben we ontbeten in de stad en zijn we na een aantal drankjes naar het vliegveld gegaan. Hier heb ik ingecheckt en mijn backpack ingeboekt om vervolgens weer in de auto te stappen. We zijn terug de stad ingegaan, ik heb de laatste boodschappen gedaan voor tijdens de vlucht en ik heb een gedeelte van de overgebleven Pulas gewisseld voor dollars.
Hierna moesten we weer terug naar het vliegveld en moest er dan echt afscheid genomen worden. Ik vond het deze keer erg moeilijk. Ik heb zo'n vijf dagen met Dana gereisd, wat voelt als weken. Met Willie en Cal had ik ontzettend goede click en het zijn toffe gozers. Ik had best nog wat langer met hen willen chillen in Gaborone.
Mijn eerste stop van de vlucht was net zoals op de heenreis in Addis Abeba en hier leerde ik Rolake en Pitan kennen met wie ik een te duur biertje heb gedronken. ($5,-) Vervolgens heb ik mij ingecheckt voor de volgende vlucht en vreesde ik door de lange rij die er stond dat ik het niet zou redden, uiteindelijk was ik een van de eerste in het vliegtuig.
Vrijdag 21 april
Voor ik het wist waren we alweer in Rome voor de tweede stop en kon ik vrij vlot het volgende vliegtuig in die mij weer naar Nederland zou brengen. In het vliegveld viel ik al snel in slaap en werd ik wakker bij het opstijgen, wat voor mijn gevoel al lang gebeurd had moeten zijn. Dat bleek ook het geval te zijn, omdat we al een uur vertraging hadden door verkeerd geplaatste bagage. Ondanks de vertraging kwamen we maar een half uur te laat aan op Schiphol en heb ik op hoge snelheid mijn backpack opgehaald om mij naar de uitgang te begeven waar Annette mij op zou pikken. Daar aangekomen stond niet alleen Annette te wachten, maar ook Joyce wat het extra leuk maakte.
Eerst hebben we even een bakkie gedaan om bij te kletsen onder het genot van de door hen meegebrachte koeken. Daarnaast hadden ze ook chocolade en drop meegenomen, de toppers!
Ik heb zelf teruggereden en dat was toch wel een beetje vreemd na drie maanden in landen te zijn geweest waar ze links rijden. Teruggekomen in Meppel, heb ik eerst Boris en Joyce hun nieuw gekochte huis bewonderd, om vervolgens door Annette thuis afgezet te worden. Heel gek thuis komen in een leeg huis (had alles opgeborgen omdat Boris en Joyce 2,5 maand in m'n huis gezeten hebben) en aan de ene kant voelde het erg vertrouwd, waar het anderzijds erg onwennig voelde na drie maanden uit een backpack geleefd te hebben.
‘En toen kwam er een olifant met een lange snuit en die blies het verhaaltje uit’ – Jonas Jonasson, De 100 jarige man die uit het raam klom en verdween.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley